Akelige liedjes voor rare kinderen

'k Kwam op safari met mijn cabrio
In de penarie, en dat kwam zo
Ik liet mijn wagen staan onder een tak
Enkele dagen, met open dak

Vola vola vola, vola vola vol apenkak
Toen ik terugkwam zat mijn wagen
Vola vola vol apenkak

Vola vola vola

Op een avond, na 't bespeuren
Van een vreemde geur
Vonden wij een babyaapje
Slapend voor de deur

Opgeraapt, in bad gestopt
Ontdaan van worm en luis
Aangekleed, gekamd, geschoren
Namen wij 't in huis

Het leek wel een echt meisje
Met strikjes in z'n haar
We noemden het Petunia
We hielden van elkaar

Jaren later dreef het noodlot
Ons hardvochtig voort
Naar een onherbergzaam, tropisch
Godverlaten oord

Daar werd op een nacht ons kamp
Belaagd door een legioen
Harige gedaantes zonder
Menselijk fatsoen

Ze kenden geen genade
Vermoordden het gezin
En kroonden toen Petunia
Tot apenkoningin

Akelige liedjes voor rare kinderen

RobrechtV